Ik beeld mij in dat het zo is gegaan:
Die ochtend was de krijger zich aan het scheren. Door een achteloze beweging schoot het scheermes echter uit zijn hand. Het mesje sneed op ongelukkige wijze in zijn arm. Bloed parelde op. Hij schrok en haastte zich naar de medicijnkoffer. ‘Ai ai. Hoe kwetsbaar is de mens toch…’ dacht hij terwijl hij meewarig zijn hoofd schudde en met watten het bloeden probeerde te stelpen. Toen het bloeden minderde ontsmette hij de snede en knipte een plakker op maat.
Opgelucht keerde hij terug om zijn ochtendwas af te ronden. Terwijl hij zijn harnas aantrok schoten er vragen willekeurig door zijn hoofd: Waarom trek ik ten strijde? Wie ben ik eigenlijk? …. Ze hinderden hem.
Hij richtte zich liever op het gereed steken van zijn Jo, Bokken en Tanto. Tot de tanden gewapend voelde hij zich sterk en onoverwinnelijk. Behendigheid was zijn troef. Zonder vrees ging hij de dag tegemoet…
Tata!
Mie x